![]() |
Interview met Garderobe+ voor Fashionunited aangaande de Belgische beurs Gallery 2020. | |
![]() De Italiaanse hoedenontwerper Reinhard Plank is minder blij. Zittend op een stoel naast een plank met een flink aantal hoeden, spreekt hij iedere bezoeker die langsloopt aan en plant indien de bezoeker zich gewillig opstelt, een hoed op diens hoofd. De in Toscane woonachtige ontwerper denkt niet dat hij bij de volgende beurseditie weer hoeden op de hoofden van bezoekers zal zetten. “Het is erg rustig,” zegt hij. Teleurgesteld wil hij zichzelf niet noemen, want je moet tenslotte open staan voor nieuwe klanten. Zijn hoeden zijn te koop in winkels van Italië tot Japan en Canada, maar in België wil het niet vlotten. “In België heb je echt een agent nodig. Ik weet niet waarom dat is, in andere landen is dat veel minder noodzakelijk.” Of hij op zoek gaat naar een Belgische agent, weet hij nog niet. Ook agentschap GarderobePlus, dat merken als MLY, Kop en Staart en Philomijn vertegenwoordigt, stelde de showroom open voor bezichtiging van de collecties. Eigenaresse Peggy-Marie Bracke zag deelname aan Gallery2020 bij voorbaat al niet zitten. Na twee keer, besloot ze er mee te stoppen. “Het is te duur,” vertelt ze vanuit haar tijdelijke showroom, zo’n 850 meter lopen vanaf Antwerp Expo. “Een stand huren op Gallery2020 kost net zoveel als een stand in Parijs. Maar daar komen veel meer bezoekers. Hier zo’n twee-, of drieduizend misschien. De Modefabriek in Amsterdam is veel bruisender. Ik snap dat de beurs nog moet groeien, maar maak de prijzen er dan ook naar.” Vertrouwen in de toekomst van de beurs heeft ze nog maar weinig. “Het zijn altijd dezelfde merken, op elke beurs weer. Terwijl winkeliers juist nieuwe labels willen ontdekken.” |